Visie

Ik heb ervaring in schilderen. Spreek maar gerust over veel ervaring, opgedaan sinds mijn opleiding aan de Hogeschool voor Kunsten te Utrecht. Dáár was het waar ik mijn unieke visie op de wereld van kunst ontdekte, creëerde, ontwikkelde en vervolgens deelde met mijn omgeving.

Toegankelijkheid!

Ik breng mijn zienswijze onder woorden door te zeggen dat kunst juist wél voor een groot publiek bestemd moet zijn en dus wél toegankelijk moet worden gemaakt voor een brede doelgroep. In mijn vingers en handen moet kunst leven en zich moeiteloos aanpassen aan de liefhebber. Vooral niet andersom. Het wordt tijd dat kunst die zogenaamde intellectuele grenzen eens verlaat waarover kunstkenners het liefst uren willen filosoferen. Iedereen moet juist ruimte krijgen om een eigen vertaling te geven aan schilderkunst. Zo denk ik over de kunst van het schilderen en zo wil ik het ook doen.

Ontroering

Ik maak in mijn kunstopvatting volop ruimte voor jouw interpretatie van kunst.Ik zal met mijn schilderijen jouw juiste snaar beslist raken, jouw stijl stevig omarmen, jouw taal vloeiend spreken en mijn penseelstreken onherroepelijk afstemmen op jouw persoonlijke wensen. De definitie van kunst kan ik je wellicht niet geven, een definitie van kunst met dé belangrijkste functie kan ik echter overduidelijk verwoorden: persoonlijk ontroeren. Niets meer en niets minder!

Weergave

Ik maak schilderijen: portretten, gebeurtenissen, stillevens, abstract of juist concreet en haarzuiver. Dat wil zeggen dat de werkelijkheid die jij belangrijk of mooi vindt door mijn artistieke kracht wordt omgezet in beelden. Daarbij geef ik graag mijn eigen touch aan schilderijen en schilder ik dus niet klakkeloos in opdracht. Ik buig wel diep mee met mijn opdrachtgevers , dat dan weer wel, en daarvoor is een onbegrensd aanpassingsvermogen een absolute must. Ik luister, denk, creëer, neem afstand, knik en lach… en dat laatste doet ik samen met jou.

Persoonlijk

Ook bedrijven en instellingen ontdekken de voordelen van kunst op maat en worden dus door mij met open armen ontvangen. Persoonlijke kunst geeft net dat extra beetje meer uitstraling aan kantoor en organisatie en draagt volgens mij onherroepelijk bij aan een prettigere en menselijkere werkomgeving. Serene, bescheiden afbeeldingen die de bedrijfssector verbeelden of juist abstracte schilderijen in felle en heldere kleuren. Het is allemaal bespreekbaar.

Ik zal op doek meer vertellen over jouw (werk-)plek……. en dus ook over jouzelf.

Joyce Boschker: “Ik Leg Mezelf Geen Grenzen Meer Op”

Januari 18, 2013

Gearchiveerd onder: Kunst & Design — Crien vraagt zich af @ 7:48 am
Tags: dierbaar, grenzen, limburg, mensen, ogen, passie, schilderen, Venlo

Mooie muziek, een prachtige film, een schilderij aan de muur of een beeld in de hal.
Kunst maakt het leven mooi en geeft ons de mogelijkheid even te ontsnappen aan de werkelijkheid.
Kunst ontroert, confronteert, inspireert en zet ons aan het denken.
Weekendgezet praat met beeldend kunstenaars uit Limburg.
Deze week kunstschilder Joyce Boschker.

Een stoere, blonde vrouw uit Venlo. Joyce Boschker schildert om mensen blij te maken en bovenal om ze te raken. Voor haar geen moeilijk te duiden conceptuele kunstuitingen of schilderijen die verborgen boodschappen of diepe lagen verbergen. Prima dat het bestaat, goed ook voor de ontwikkeling in de kunst maar in haar eigen werk kom je het niet tegen. Of zoals ze zelf verklaart: “Kunstenaars zeggen vaak dat je jezelf steeds weer moet vernieuwen, maar ik hoef niet zonodig elke dag het wiel opnieuw uit te vinden. Ik wil dat mijn werk voor iedereen toegankelijk is. Een werk is niet alleen kunst als het in het Stedelijk Museum hangt, voor mij persoonlijk is het helemaal niet belangrijk of het ‘kunst’ is of niet. Ik wil mensen uit alle lagen van de bevolking raken met mijn werk, ook degene die nooit een galerie of museum zullen bezoeken”.

Het heeft lange tijd geduurd eer Joyce Boschker voor de volle honderd procent voor het schilderen koos. Ze ging na de middelbare school eerst naar de lerarenopleiding, tekenen en handvaardigheid, om een portfolio op te kunnen opbouwen. Na een jaar vertrok ze naar Utrecht om daar aan de kunstacademie te gaan studeren: fotografische vormgeving. Het creatieve proces, het op een andere manier kijken naar vormen sprak haar zeker aan maar de cultuur in de Utrechtse kunstscène niet. Bovendien zag ze dat het kunstenaarschap vaak ook leven in armoede betekende. En neem je als kunstenaar wel volop deel aan het maatschappelijk leven? Word je voor vol aan gezien? Ze had er, al begin twintiger, haar twijfels over. Na vier jaar studie stopte ze en ging op reis naar de Verenigde Staten. Terug in Nederland belandde ze in de theaterwereld waar ze zich aansloot bij het rondtrekkende theatergezelschap De Parade, lichttechnicus werd van een cabaretgroep en voor verschillende gezelschappen affiches en decors ontwierp. Ze werkte in de horeca en leefde haar leven. Haar eigen ambitie om te schilderen leek diep weggestopt en bijna vergeten.
 
Is het voor veel kunstenaars van essentieel belang dat alleen zijzelf hun visie op hun kunstwerken bepalen, Joyce heeft daar heel andere ideeën over: “Ik kan mijn visie op een persoon natuurlijk opdringen. Maar ik kan ook rekening houden met het gevoel van de mensen. Waar worden ze blij van? Zij hebben dus inspraak. De meest uiteenlopende zaken uit hun leven verwerk ik in het schilderij. Krantenknipsels, visitekaartjes, straatnaamborden, stukjes kleding, metaforen voor hobby’s of karaktereigenschappen: ik verwerk, op mijn manier, het leven van de geportretteerde in het schilderij. Alles kunnen ze inbrengen en ik refereer daaraan in mijn werk. Ik draag het symbolisch over”. Ogen spelen altijd een belangrijke rol.

Joyce: “Als ik een leeg doek voor me heb staan, begin ik altijd met de ogen. Die zijn voor mij het aller –aller belangrijkste. Ik heb daar altijd een fascinatie mee gehad. Dat is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven. Achter die ogen zit een heel wezen, mensen zien jou met hun ogen en jij kijkt naar hen met jouw ogen maar toch kun je elkaar nooit helemaal zien. Je weet nooit zeker wat zich achter die ogen, in het brein, allemaal afspeelt. Dat blijft mij mateloos intrigeren, ik blijf in een schilderij ook bezig met de ogen. Ze zijn eigenlijk nooit af”.